Over het Strategisch Plan

Een overstroming is een natuurlijk fenomeen dat zich met een onbepaalde regelmaat voordoet. Door aanhoudende neerslag of hevige onweders stroomt heel wat water af richting de Dender. Hierdoor neemt het debiet en het waterpeil van de rivier toe en treedt de ze buiten zijn oevers. Overstromingen zijn niet altijd slecht. Wanneer ze schade veroorzaken aan gebouwen of woningen spreken we van wateroverlast 

Om overstromingen en droogte in de toekomst gericht aan te pakken, is samenwerking noodzakelijk. Het plan wordt opgemaakt volgens de principes van ‘Meerlaagse Waterveiligheid’. Die principes stellen dat niet alleen waterbeheerders, maar ook ruimtelijke planners een belangrijke rol moeten spelen. Daarom hebben de partners de handen in elkaar geslagen.  

  • De Vlaamse Waterweg nv is de beheerder van grote bevaarbare rivieren zoals de Dender en de Schelde.  
  • De Provincie Oost-Vlaanderen is bevoegd voor bepaalde aspecten van ruimtelijk beleid in de Denderstreek. Bovendien is het de beheerder van een aantal kleinere waterlopen die uitmonden in de Dender. 
  • Departement Omgeving stippelt beleid uit voor onder andere ruimtelijke kwaliteit. Daarnaast is het Departement ook betrokken bij beleid rond mobiliteit, wonen, etc. 

De drie initiatiefnemers zetten bewust voluit in op het maximaal betrekken van de verschillende actoren in de Dendervallei. Zo werken we nauw samen met steden en gemeenten langs de Dender, verschillende Vlaamse en provinciale departementen, natuurorganisaties, de landbouwsector, toeristische organisaties, etc. om het Strategisch Plan te versterken.

De problematiek in de Dendervallei is complex. Overstromingen hebben een grote impact op de bebouwing in de vallei, op economische activiteiten en op de natuur. Er moeten dus heel wat factoren in beschouwing genomen worden. We willen aan de Vlaamse Regering een plan voorleggen dat door verschillende actoren in de vallei gesteund wordt. Daarom betrekken we hen ook in de opmaak ervan: we luisteren naar bezorgdheden, naar toekomstplannen en naar ideeën en werken samen het Strategisch Plan uit. Alle voorstellen worden ook onderzocht en vervolgens beoordeeld in een strategisch MER en in andere analyses. Ook dit neemt tijd in beslag.

Momenteel is de vernieuwing van de stuwen op de Dender volop aan de gang. De Vlaamse Waterweg nv vernieuwde de stuw in Dendermonde in 2012 en is momenteel bezig aan de stuw in Aalst. De renovatie van de andere stuwen is in voorbereiding. Daarnaast wordt ook de opwaardering van de Dender tussen Aalst en Dendermonde voorbereid.  

Verder zijn er nog enkele lokale projecten lopende die passen binnen het Strategisch Plan: 

  • De Vlaamse Landmaatschappij werkt aan het natuurinrichtingsproject Wellemeersen
  • Stad Ninove werkt aan een nieuwe invulling van de Burchtdamsite 
  • In Geraardsbergen wordt de site van voormalig openluchtzwembad Den Bleek omgevormd tot een groen long voor de stad. 

De concrete uitrol van maatregelen uit het Strategisch Plan wordt voorzien na goedkeuring van de Vlaamse Regering van het voorkeursalternatief (2024). Sommige maatregelen zullen snel uitgevoerd kunnen worden, andere zullen wat meer tijd in beslag nemen. 

Een strategisch MER of strategisch milieueffectrapport onderzoekt het effect van verschillende alternatieven of beleidsopties uit de Onderzoeksnota op het milieu. Een strategisch MER is niet verplicht, maar wordt wel vaker ingezet voor projecten op grote schaal. Samen met andere onderzoeken, zoals onder andere een maatschappelijke kostenbatenanalyse (MKBA), zorgt een strategisch MER ervoor dat er goed onderbouwde keuzes kunnen gemaakt worden om tot een voorkeursalternatief te komen. 

We werkten samen met verschillende actoren een brede set van alternatieven uit. Ook inwoners uit de Dendervallei konden hun feedback geven op de alternatieven tijdens de publieke raadpleging van eind 2022. In 2023 worden verschillende onderzoeken uitgevoerd. Op basis van de inzichten uit die onderzoeken werken we in overleg aan een zo haalbaar mogelijk alternatief. Dat voorkeursalternatief leggen we in 2024 voor aan de Vlaamse Regering.

We werken nauw samen met beleidsmakers, middenveldorganisaties zoals natuur- en landbouworganisaties, en de steden en gemeenten langs de Dender. Dat doen we in het overlegplatform ‘GTO Ruimte voor Water’ (Gebiedsgericht Thematisch Overleg Ruimte voor Water). Het GTO Ruimte voor Water sluit aan bij de bekkenwerking van de Dender. De bekkenwerking voorziet in een overlegstructuur die acties of maatregelen afspreekt, beslist en opvolgt voor het hele Denderbekken. De leden van het GTO Ruimte voor Water komen ongeveer vier keer per jaar samen. Ze bespreken de knelpunten in de Dendervallei, delen informatie over lopende projecten en bereiden samen mogelijke oplossingen voor. Meer info over hoe we samenwerken vind je hier.

Een bekken is een deelstroomgebied waar al het water naar 1 grote waterloop afstroomt. Vlaanderen kent elf bekkens. Zo heb je bijvoorbeeld het bekken van de Dender, maar ook het bekken van de Gentse kanalen of de Demer. Het Denderbekken is één van de kleinere bekkens in Vlaanderen. Het ligt in Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant en bestrijkt 28 gemeenten volledig of gedeeltelijk. Meer informatie over bekkens en hun werking vind je hier.

Een stroomgebied is het geografische gebied dat al zijn water afvoert via een rivier. Het stroomgebied van de Schelde bevat bijvoorbeeld ook alle zijrivieren van de Schelde, zoals de Dender, met inbegrip van alle zijwaterlopen, beken en grachten.

In heel Europa worden stroomgebiedbeheerplannen opgemaakt. Dat gebeurt volgens de  Europese Kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn. Stroomgebiedbeheerplannen bepalen wat Vlaanderen zal doen om de toestand van de waterlopen en het grondwater te verbeteren en ons beter te beschermen tegen overstromingen. Elke 6 jaar wordt een stroomgebiedbeheerplan vernieuwd. Meer info

Een alternatief is een combinatie van maatregelen om schade door overstromingen of droogte te voorkomen in de Dendervallei. Sommige maatregelen grijpen in op het watersysteem, door bijvoorbeeld de Dender ruimte te geven om vrij te overstromen, of het teveel aan water te bufferen in wachtbekkens. Andere maatregelen grijpen in op de omgeving om schade te vermijden door bijvoorbeeld gebouwen aan te passen of buurten slim in te richten.

Op sommige plaatsen in de Dender is er slib op de rivierbodem aanwezig. Dit slib heeft geen invloed op de afvoercapaciteit van de Dender. Het is slechts lokaal aanwezig, bijvoorbeeld op plaatsen waar de stroomsnelheid van het water wat lager is, zoals in toegangsgeulen naar sluizen, in bredere delen van de rivier en in binnenbochten. Om dit overtollig slib te verwijderen, voorziet De Vlaamse Waterweg nv in onderhoudsbaggerwerkenMaar bij zware overstromingen in de Dendervallei, zoals in november 2010, staan grote delen van de vallei onder water. Het verdiepen van de Dender  is geen oplossing. Er zou extreem diep moeten gebaggerd worden om al dat water in de Dender zelf te kunnen opvangen:

Dijken verhogen is in sommige gevallen mogelijk. Bij het verhogen van dijken horen wel een aantal kanttekeningen:  

  • Hoge dijken of keermuren zijn landschappelijk moeilijk te integreren en niet altijd aangenaam voor buurtbewoners. Het zicht op de rivier kan bijvoorbeeld belemmerd worden.  
  • Bij een aarden dijk geldt: hoe hoger de dijk, hoe groter de oppervlakte die ze inneemt. Deze oppervlakte is niet altijd beschikbaar. 
  • Op plaatsen waar een aarden dijk niet mogelijk is, kan gekozen worden voor een betonnen keermuur. De maximale hoogte van zo’n keermuur is echter beperkt. 

Uit onderzoek is gebleken dat het opnieuw aantakken van oude meanders geen effect heeft op de wateroverlast als gevolg van een overstroming met een statistische terugkeerperiode van 100 jaar (T100). Lokaal kan er wel bekeken worden of hermeandering bij lagere afvoeren kan bijdragen tot het vernatten van de vallei 

Een wachtbekken of gecontroleerd overstromingsgebied is een onbewoond gebied dat in geval van hoge waterpeilen op de Dender kan ingeschakeld worden om tijdelijk water op te vangen. Bij een te hoog waterpeil kan het water via de lagere overloopdijk naar het wachtbekken stromen. Zo’n wachtbekken wordt omringd door een veilige ringdijk, waardoor gebouwen in de buurt beschermd zijn. Stroomafwaarts van het wachtbekken is een uitwateringsconstructie voorzien, die ervoor zorgt dat het gebufferde water bij een lager waterpeil op de Dender opnieuw naar de Dender kan stromen. 

Op de Dender zijn verschillende stuwen en sluizen aanwezig. Tussen Ath, waar de Dender ontspringt, en Dendermonde bevinden zich veertien stuwen. Acht daarvan bevinden zich in Vlaanderen. In de komende jaren worden alle stuwen op de Dender vernieuwd en geautomatiseerd door De Vlaamse Waterweg nv (lees hier meer over deze werken). De stuw van Teralfene wordt afgeschaft. Naast de stuwen worden ook de sluizen van Denderbelle en Aalst vernieuwd. 

Sluis 

Een sluis is een installatie die  ervoor zorgt dat schepen een verschil in waterpeil op twee delen van de rivier (bijvoorbeeld stroomopwaarts en stroomafwaarts van een stuw) kunnen overbruggen. Het schip vaart in een sas met 2 paar deuren en wachten tot het waterpeil in het sas stijgt of zakt tot het niveau van het waterpeil stroomop- of afwaarts.

Stuw 

Een stuw is een (vaak beweegbare) afdamming dwars op de rivier die het waterpeil regelt. Wanneer het waterpeil stijgt boven het ingestelde niveau van de stuw, stroomt het over de stuw stroomafwaarts. Stuwen zorgen ervoor dat een bepaalde waterdiepte gegarandeerd kan worden om scheepvaart mogelijk te maken op een rivier. Bij hevige neerslag worden stuwen helemaal open (of naar beneden) gezet om het vele water sneller af te voeren. Soms is dit echter onvoldoende en overstroomt de rivier toch. 

Je kan zelf heel wat doen om schade door overstromingen aan je woning te beperken. Hier op onze website vind je handige tips terug. In het overstromingsgevoelig gebied zal schade in de toekomst – zonder bijkomende maatregelen – echter onvermijdelijk zijn.

Er wordt regelmatig afgestemd tussen De Vlaamse (De Vlaamse Waterweg nv) en Waalse (Service Public de Wallonie) waterbeheerders. Er is een “Samenwerkingsakkoord betreffende de waterwegen tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk gewest” sinds 1995, dat regelmatig overleg vastlegt. Ook voor de bediening van de stuwen zijn er peilafspraken gemaakt tussen Vlaanderen en Wallonië. 

In het Strategisch Plan houden we rekening met overstromingen met een terugkeerperiode T100, rekening houdend met het hoogklimaatscenario. T100 slaat op de terugkeerperiode van een bepaald waterpeil: elk waterpeil heeft een eigen statistische kans om voor te komen. Een bepaald waterpeil kan één keer per jaar voorkomen (T1), een ander één keer om de 100 jaar (T100), etc. Hoe hoger het waterpeil, hoe kleiner de statistische kans dat dit waterpeil zich morgen opnieuw zal voordoen. Merk op dat we steeds spreken over een statistische kans. In werkelijkheid kan een waterpeil met statistische kans van één keer om de 100 jaar zich bijvoorbeeld twee keer in dezelfde week voordoen. Je kan het een beetje vergelijken met de lotto winnen: de kans dat je de lotto wint is statistisch gezien heel klein en de kans dat je de lotto twee keer wint nog veel kleiner. Maar door toeval kan het in werkelijkheid toch gebeuren dat iemand de lotto twee keer na elkaar wint. Zo is het ook met waterpeilen.  

Bij de opmaak van het Strategisch Plan gaan we ook uit van het ‘hoog klimaatscenario’ in 2050. Dat klimaatscenario gaat uit van meer frequente intense buien, wat vaker zal leiden tot hogere waterpeilen op de Dender. 

De aanpassingen aan de stuwen in Wallonië zorgen voor een betere regeling van de afvoer van het water bij grote debieten, die zich regelmatig voordoen (korte terugkeerperiode en geen extreme hoeveelheden water). Bij extremere hoeveelheden water (met een lange terugkeerperiode) hebben deze aanpassingen geen effect op het overstromingsrisico in Vlaanderen, noch in de positieve of de negatieve zin. De Dender heeft dan simpelweg onvoldoende capaciteit, zowel in Wallonië als in Vlaanderen. 

Bij de opmaak van het Strategisch Plan gaan we uit van het ‘hoog klimaatscenario’ in 2050. Dat klimaatscenario gaat uit van meer frequente intense buien in de toekomst, wat op termijn vaker kan leiden tot hogere waterpeilen op de Dender en in sommige gevallen ook tot meer wateroverlast.

Zit je nog met een vraag?

Misschien vind je het antwoord wel terug bij bovenstaande veelgestelde vragen. Zo niet dan kan je ons altijd jouw vraag doorsturen of naar een van onze activiteiten komen om meer info te krijgen.